Heero-mils

Ik ben juan en woon in Almere en studeer nieuwe media en digitale cultuur aan de UvA. Ik zal dit blog gebruiken om mijn opdrachten aan de HELE wereld te laten zien. Laterzz, Juan

maandag 10 december 2007

FV

In de loop der jaren zijn er veel problemen binnen het onderwijsstelsel naar voren gekomen, waarbij veiligheid, integratie, gezondheid, opvoeding een belangrijke rol speelden. Om even terug te blikken gaan we terug naar het begin.

2007:

Was het jaar van de maatschappelijke problemen: overgewicht, milieu, integratie, veiligheid en economie zorgden voor veel problemen in de maatschappij en in het onderwijs.

De toenmalige regering wilde het aantal lesuren voor het MBO op een norm van 1040 stellen. Dit resulteerde in hevige rellen, leerlingen gingen de straat op. Ze wilden meer kwaliteit en zeggenschap over hun opleiding. Opmerkelijk was dat de leerlingen door docenten in hun actie gesteund werden. Daarnaast waren er ook botsingen met allochtonen leerlingen. Er waren teveel zwarte scholen waar steekincidenten plaatsvonden en doden vielen. En integratie was een groot probleem: steeds meer ouders, leerlingen en docenten uitten hier hun onvrede over. De regering zat dus met een reeks dilemma's omtrent het onderwijs. Het verhogen van college gelden, en gratis boeken vormden geen oplossing.

Daarnaast kwam de regering met een maatregel dat voor veel discussies zorgde: het introduceren van de OV-Chip kaart. Het was een kaart die middels RFID een landelijk OV betaalsysteem mogelijk maakte, waarbij de gegevens van de gebruiker opgevraagd konden worden. RFID was inmiddels een technologie die steeds commercieel aantrekkelijker werd. De voordelen van RFID: traceerbaar, controleerbaar, meetbaar, en goed voor beveiliging. Dat zorgde ervoor dat RFID tot die tijd voornamelijk binnen het transportindustrie, detailhandel en bibliotheken toegepast werd. Maar juist die voordelen zorgden voor argwanende burgers die een BigBrother scenario voor ogen zagen.

In dat jaar was de euro hoger dan de dollar waardoor mensen meer gingen consumeren. Er werden meer goederen gekocht en werd er door de werkdruk steeds ongezonder gegeten. Het voedingscentrum uitte zijn zorgen. Volgens hen waren niet alleen volwassenen te dik maar vooral de kinderen. Overgewicht en osbesitas zorgden voor een nieuw maatschappelijk probleem.

2009:

Dit was het jaar van de economische tegenslagen voor Phillips en lag het onderwijs wederom onder vuur.

Phillips had door milieu maatregelen enkele winstgevende divisies verloren en dreigde ook de slag in de productie van plasma schermen te verliezen. Het besloot zich dan ook meer te richten op de productie van elektronische goederen voor ziekenhuizen. In augustus introduceerde daarmee de eerste RFID toepassingen ervan in Nederland. Jaren later zou hierdoor zelfs het traditionele ponskaartje vervangen worden.

In dat jaar waren er wederom hevige discussies losgebarsten over het onderwijs. Het onderwijsstelsel was volgens critici niet meer van deze tijd. Vooraanstaande pedagogen van de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV) pleitten voor een nieuw stelsel. Één waarbij de leerling centraal stond en het competentiegericht leren mogelijk was. De bestaande technologieën moesten hierbij een hoofdrol spelen.

De leerlingen zelf vonden dat ze niet efficiënt genoeg leerden en er weinig ruimte was voor eigen inbreng bij het opdoen van kennis. Ook voelden ze zich niet meer veilig op school. Ouders vonden dat de scholen een opvoedkundige taak hadden en die niet volbrachten.

Naar aanleiding hiervan begon Phillips een onderzoek naar het toepassen van technologieën zoals Virtual Reality, Kunstmatige Intelligentie en RFID binnen het onderwijs. Zo stelden ze eind december een team van onderzoekers samen die zich hiermee bezig zou houden.

2011:

Was het jaar van RFID en de PDA, waarbij de economische factor de doorslag gaf. RFID technologie en PDA’s waren inmiddels bijzonder goedkoop te importeren vanuit China.

In dat jaar was RFID alom geaccepteerd in het dagelijks leven: Bibliotheken, uitgangsgelegenheden, winkels en zelfs vuilniscontainers maakten gebruik van de technologie. Het bood ongekende mogelijkheden die voor een ieder voordelig konden zijn. Zo was het makkelijk om aankopen en betalingen te doen en om bij diefstal je goederen terug te vinden. Doordat de overheid de privacy wetgeving aanscherpte kreeg het een groter draagvlak onder de bevolking. Toch waren er nog steeds mensen die er huiverig voor waren en hun kritieken op internet fora bleven zetten.

Philips sprong hier ook weer handig in. Je kon met hun Philips PDA in diverse steden in Nederland een wandeling langs historische panden maken, waarbij je via RFID informatie over het gebouw op je PDA kon lezen. Een oud kunstenaarsproject dat nu eindelijk groots commercieel uitgewerkt werdt.

2013:

Op het ROC Amsterdam Zuidoost vond een tragedie plaats. Het ROC stond bekend als zwart, waarbij bepaalde religieuze groepen oververtegenwoordigd waren. Dit resulteerde in het overlijden van een docente: ze werd vanwege het niet na volgen van religieuze regels, door een ouder vermoord. Het integratie vraagstuk speelde weer een grote rol.

In Utrecht vond een merkwaardig gebeurtenis plaats. Een leerlinge met een eetstoornis is van school gestuurd, waarna de school nalatigheid verweten werd. Zo deed de school niets aan het pesten van de leerlinge. ze werd namelijk door haar gewicht vaak gepest waardoor ze meer ging eten. Bovendien deed de school ook niets aan het overmatig eten van de leerlinge. Men wist dat ze een eetprobleem had maar deden er niets mee. De ouders vonden dat de school de opvoedkundige taak niet nakwam. Volgens de school hadden ze simpelweg de middelen niet om ze na te komen. En om dus verdere problemen te voorkomen werd ze van school gestuurd.

Wat volgde was een maatschappelijke discussie. Als zelfs een docent niet veilig op school is, hoe kan ik mijn kind naar school sturen? Als de scholen hun verantwoordelijkheden niet willen nemen, hoe kan ik mijn kind met een gerust hart er naar toe sturen?

In dat jaar publiceerde Phillips intern haar onderzoeksresultaten. Volgens het kernteam was het wel degelijk mogelijk om met RFID technologie competentiegericht te leren. Ten eerste was het leerproces controleerbaar: docenten konden de vorderingen van de leerlingen bij houden. Ten tweede konden de competenties getoetst worden: docenten konden precies zien hoe de leerlingen te werk zijn gegaan, hoe brachten ze de toegekende opdracht bijvoorbeeld tot stand. Ten derde konden de leerlingen zelf hun kennis vormen: ze konden bestaande theorie en ideeën koppelen aan eigen waarneming, om zo tot een oplossing te komen. Dit alles is mogelijk door Tags en Readers volledig in het onderwijssysteem te integreren. Dat door een vast en helder systeem gecontroleerd wordt. De leerlingen krijgen een persoonlijk profiel waarin dit alles te lezen is: waarbij het dus mogelijk is om toezicht op aanwezigheid, voeding, participatie en vorderingen te houden. Daarmee bood Phillips een oplossing voor de veiligheid, gezondheid, leraren tekort en het mislukte nieuwe leren vraagstukken.

2014:

In dat jaar begon Phillips met het ontwikkelen van het systeem, onder de projectnaam Phillips Education Centraal stond het doel om het leerproces van de leerlingen aan te sturen en bij te houden. Door het profiel kan het systeem aanbevelingen doen over te raadplegen literatuur of het vormen van werkgroepen. Ten eerste kon het systeem zien wie met elkaar omgingen en wie met bepaalde materie moeite had, waardoor het systeem zowel de leerling als docent aanbevelingen deed. Ten tweede kon de docent zien of de leerling zelf actief deelnam aan het onderwijs en eventuele problemen overzien. Daarnaast vormde taal en ouderlijke wensen geen probleem: het systeem kon door gezaghebbende medewerkres aangepast worden. Specifieke, op maat gemaakte onderwijsprogramma's werden dus makkelijkere. Integratieproblemen konden hierdoor beperkt worden. Phillips besloot dan ook om voor het project enkele scholen te zoeken om mee in zee te gaan. In dit proces werd ook de Gemeente Einhoven actief betrokken.

2016

Enkele lokale ouders waren enthousiast, ze vertrouwden niet meer in het reguliere onderwijs en zagen dit als een kans voor hun kinderen. Er kwam een doorstart van twee scholen in Eindhoven. Technisch gezien waren het nu twee privéscholen geworden. Alleen kinderen wiens ouders achter de nieuwe aanpak stonden werden toegelaten. Het groeide al snel tot een scholengemeenschap van 200 basisschool leerlingen en 450 middelbare scholieren. Competentiegericht leren, veiligheid, sociale binding en een op gezondheid gerichte opvoeding, waren van doorslaggevend belang.

2017:

In dit jaar werd het project operationeel getoetst. Afstuderende studenten van de TU Eindhoven, kregen de kans om een periode mee te lopen en het systeem te toetsten. De leerlingen bleken beter in staat om van hun omgeving te leren, ze konden het waarneembare koppelen aan bestaande theorieën en ideeën, als team en individu. Ook konden de leerprestaties en leerprocessen gezien worden, waardoor er tijdig ingegrepen kon worden. Zodoende konden de leerlingen op een gepast niveau leren. Daarnaast was het mogelijk om eetgewoontes te waarborgen, door deze aan het profiel te koppelen. Zij concludeerden dan ook dat het onderwijs niet alleen interactiever maar ook persoonlijker was geworden.

maandag 26 november 2007

Opdracht

http://thijsspace.blogspot.com/
http://jeroenkleijn.wordpress.com/

zondag 25 november 2007

Extra tekst 29-10 Interactive Design

Bij het lezen van de teksten moest ik meteen aan de fragmenten denken dat we te zien kregen: het licht spel op de pleinen, dus hoe bestaande gebouwen en nieuwe technologieën een unieke ervaring kunnen opwekken. Daarbij moest ik ook denken aan een Park in Arnhem waarbij je muziek kunt maken door op de tegels te lopen. Mcquiere heeft het dus over de ervaring die men kan krijgen door bepaalde architectuur te veranderen al dan wel vast of tijdelijk: die dan een nieuwe sociale relatie met de gebruiker krijgen. Deze nieuwe relatie die de fysieke objecten en publiek doormiddel van software combineert zorgt ervoor dat het object een ander doel heeft. In het Park in Arnhem kun je door op tegels te lopen verschillende klanken opwekken, je dan ook dat mensen er blijven lopen en dus niet meer langslopen. Sterker nog mensen gaan zelfs op zoek naar deze tegels die op verschillende (wel vlakbij) plaatsen liggen: die voor andere klanken zorgen waardoor mensen samen muziek kunnen maken. Dit alles zorgt voor een heel andere ervaring met de omgeving die dus volledig writerly is.

Vogelaar heeft het dan ook over hetzelfde hoewel ik weinig tot niets van de tekst begreep gaat het over het roergebied in Duitsland, waarbij de ontwerpen de interactie met de mens moeten bevorderen: dat wil zeggen dat de gebouwen zo ontworpen moeten worden dat ze niet meer readerly maar writerly zijn. Met andere woorden er moeten geen gebouwen ontwerpen worden maar interacties zoals Mcguire dat aangeeft. Ik vond de voorbeelden in de tekst niet erg verhelderend en denk dan dat ze het volgende voor ogen heeft, als het voorbeeld wat eerder in het college gegeven werd: een gebouw dat een prominente plaats heeft waarbij naast wonen en werken iets anders kunt doen. Mijn geestesbeeld zou dan een huis die zo gemaakt is waardoor je erop zou kunnen skaten of middels software teksten (soort graffiti) op zou kunnen tonen.

Extra tekst 15-10 The Internet of Things

Deze teksten van deze week lopen eigenlijk in elkaar, ze gaan min of meer over hetzelfde: termen die centraal staan zijn dan ook Blogjects (blobjects) spimes die eigenlijk met The internet of things te maken hebben (Sterlings presentatie is op Utube te zien). De teksten gaan over de rol die het internet in ons leven neemt of gaat nemen, de sociale plekken (sociale sites en blog) gaan een belangrijke rol in ons leven spelen. Zo vindt Blecker dat blogs een belangrijke rol zullen spelen in surveillance: doordat blogs alles registreren kun je als overheid censuur en daarmee controle uitoefenen. Een voorbeeld hiervan zijn de maatregelen die China tegen bloggers genomen heeft. De overheid kan precies zien wie wat publiceert, censuur toepassen en de mensen zelfs oppakken. Daarnaast kunnen burgers de overheid controleren: recente ontwikkelingen van Wikipedia waarbij je gebruikers die iets veranderen kunt terug vinden. Het is dus niet zo dat surveillance door de overheid gedaan kan worden en dat blogs daar belangrijk voor zijn, het geld voor iedereen die het internet kan gebruiken.

Blogjects hebben erg te maken met the Internet of Things waarin Sterling een schets geeft van de technologische ontwikkelingen en toekomstige verwachtingen. Zo heeft hij het over een Blobject, Spimes en Gizmos die ons leven zullen veranderen. Sterling omschrijft technologische geschiedenis van de mens: we zijn gegaan van artefact naar machines en productie waarbij de relatie tussen mens en object veranderd is. Deze relatie is van gebruiker naar end-users (pro-summers) gegaan: het product is niet af als het door de maker gemaakt is, maar kan door de pro-summer (agency) gemanipuleerd en verbeterd worden (wikipedia). Volgens Sterling zal de volgende stap zijn de tijdperk van de Spimes waarin je als gebruiker ook maker bent: in zijn artikel wordt er het voorbeeld gegeven van een fles wijn: je kunt alles lezen waar dat fleswijn mee te maken heeft: het doet me dan ook aan een soort combinatie van de ANT en RFID denken. Je kunt dus door een Tag alle informatie van de fles lezen en je zou er ook wat informatie aan kunnen toevoegen. The internet of Things is naar mijn mening het idee dat alles over alles overal te vinden is: je kunt het www dus niet alleen via een computer (PC) benaderen maar door alle producten (IPod+gsm etc.) die contact met een satelliet kunnen maken.

Het artikel van Engeström heeft hier naar mijn mening niet echt veel mee te maken: hij heeft het meer over social network. Hij maakt het onderscheid tussen een netwerk waarbij de relaties van de gebruiker centraal staan (Hyves) en waar een object of onderwerp centraal staan (kickboks.nl).

Extra tekst 8-10 ANT

Stalder heeft het in zijn artikel over de Actor Network Theory, maar verteld eigenlijk niets anders dan wat Jonh Law zelf in zijn boek schrijft: hoe moeten we de sociologische studie van technologie benaderen? Wat is een Netwerk? Dit zijn de vragen die John Law zich in zijn boek stelt? Hij vindt het moeilijk om deze vragen te beantwoorden: volgens hem is er niet een manier om de sociologische kant van technologie te bestuderen. Hij vraagt zich dan wel af of een sociologische studie van technologie wel sociologisch is. Een goede sociologische studie naar technologie kenmerkt zich volgens hem door: vragen stellen bij de issue en tools van de technologie dat we onderzoeken, waarbij we ook de vraag stellen van wie we zijn tijdens het onderzoeken van deze technologie (met welke bril kijk je en wat is je identiteit).

Bij de sociologische studie naar technologie wordt er voor al gekeken naar de human kant van de technologie. Er wordt aandacht besteed aan het geen de technologie met de mensen doet, heeft de mobile telefoon onze cultuur veranderd? Zijn we nu meer of minder sociaal? Zijn we instaat om met hyves betere vriendschappen te sluiten? Hij vindt dat er iets weg gelaten wordt, namelijk de non-human kant. We moeten ook kijken naar de technologie en wat zij zelf doet. De technologie is overal in onze samenleving geïntegreerd en we kunnen er niet zonder. Daarom moet de sociologische studie over beide gaan, de Actor Network Theory is de theorie waarbij zowel de human als de non-human beide actoren zijn die via een netwerk met elkaar verbonden zijn. We moeten dus de complexe samenstelling van deze netwerken bestuderen en niet de simpele vraag stellen; hoe langdurig zijn vriendschappen via hyves? Het is niets zeggend want mensen die elkaar niet meer via hyves spreken kunnen elkaar wel via andere netwerken spreken, en juist deze complexiteit moeten we bestuderen. Voor hem is een netwerk niet allen iets wat met het www te maken heeft, alles om ons is een netwerk.

Als voorbeeld geeft hij het ontwerp van een vliegtuig: je kunt een vliegtuig niet ontwerpen en dan pas de wapens om die vervolgens opnieuw in te bouwen. Je moet alles bij het ontwerp al als geheel zien en brainstormen over de werking van het vliegtuig als geheel. Met andere woorden je kunt een webpagina niet maken zonder dat je weet hoe het geheel er uiteindelijk uit gaat zien. Bij het ontwikkelen van een technologie is er hetrogeneous engineering, waarin de mens ook deel van the system uit maakt.

We moeten als het ware af van het analyseren van de technologie als apart iets, of van wat wij ermee doen. We moeten ze als een geheel van een netwerk zien waarin ‘all that is solid melts in to air’ en Human and non-human entities intrinsiek aan elkaar verbonden zijn.

zondag 18 november 2007

Filmpje

http://jeroenkleijn.wordpress.com/

Locative Media

In hun tekst hebben Tuters en Varnelis het over Locative Media, dat een combinatie van Software en Fysieke omgeving is (TomTom?). Je bent als gebruiker met behulp van software instaat een plek anders te verkennen. Je bent niet alleen instaat om een plek anders te verkennen, maar ook om informatie te vinden over allerlei dingen. Locative Media kan voor iedereen toegankelijk zijn, sterker nog het is door amateurs bedacht: het kent eindeloze mogelijkheden en toepassingen. Het is dan ook best simpel: men neemt een ontvanger, bedenkt de software die een verbinding met een satelliet realiseert en een scenario of toepassing. Zoals zij Locative Media omschrijven doet het mij aan RFID technologie denken: ik moest meteen denken aan het jaagspel dat in New York, London en Amsterdam gespeeld werd: stel je eens voor dat je dat spel met onze RFID systeem speelt, de beleving zou dan heel anders zijn want dan wordt je echt opgejaagd.

Locative Media kent dan ook twee toepassingen die met bovengenoemd voorbeeld te maken hebben. Ten eerste het tagen van de wereld: dat wilt zeggen de fysieke wereld in een virtuele wereld tonen. Ten tweede de subject/object in de virtuele wereld tonen: dat wil zeggen dat je het ding (subject/object) in de virtuele wereld kan zien/volgen (Mcluhan?). Dus eigenlijk alles wat je met de TomTom kunt doen of met Google Maps een auto volgen: sterker nog de zoek tocht naar de verdwenen Amerikaan waarbij ze mensen vroegen om mee te zoeken.

Deze tekst had naar mijn mening wat eerder aanbod moeten komen. Ten eerste geeft het best wel veel ideeën. Ten tweede hadden wij er wat mee kunnen doen, het had het in ieder geval wat makkelijker gemaakt (daarmee bedoel ik een betere toepassing van onze visie). Ik denk dat wij er nu nog weinig mee kunnen, want we maken er in feite al gebruik van. Wel zouden wij (als het daadwerkelijk gemaakt werd) met behulp van de tekst uit kunnen breiden. Stel dat je als toerist allergisch bent voor gluten, olijfolie, gember of iets dergelijks. Je loopt dan met een ontvanger in Amsterdam die alle eet tenten voor je vindt waar al deze ingrediënten zijn vervangen: en je vervolgens verteld wat er allemaal op het menu staat, dat zou nou eens handig zijn. Dan blijft de vraag open wat het met je sociale leven in Amsterdam gaat doen: je zult minder vaak een praatje met iemand maken, die je dan de weg zou kunnen wijzen naar een restaurant.

Kortom leuke tekst met veel herhalingen, jammer dat het niet eerder aanbod is geweest.

maandag 12 november 2007

Opdracht

http://florisspronk.wordpress.com/

tekst

Flusser,

Tijdens het lezen van de eerste alinea’s van de tekst, vond ik dat het een overeenkomst had (daarna bevestigd) met Mcluhan en de extensie van de mens. In zijn Artikel heeft Flusser het over de rol veranderende rol van technologie. Eerst gebruikten we technologie om een doel te bereiken: het maken van een lampje in een fabriek. Tegenwoordig is de technologie in ons leven geïntegreerd, sterker nog we kunnen er niet meer zonder.

Technologie heeft een dusdanige rol dat het een maatschappij vormt: verdeeld de bevolking in klasse. Het verband met Castell (digitale devide) kun je duidelijk zien: voor Castell zorgt de toegang tot technologie voor een tweedeling van een maatschappij of de wereld: mensen in ontwikkelingslanden kunnen de opgelopen kennisachterstand moeilijk inhalen als ze geen toegang hebben tot bijv. de www. Voor Flusser heeft technologie een andere rol: namelijk het wereldbeeld (meaning) te veranderen. Hierbij kun je denken aan de rol van de camera (het vastleggen van emoties) bij the World Pres foto: waarbij je vaak traumatische gebeurtenissen, het heeft een informerende functie en misschien een ideologische boodschap. Tevens is dit een goed voorbeeld van de extensie van de mens: de camera (lens) is een verlengstuk van het oog van de fotograaf.

Daarnaast vindt Flusser dat er een verschuiving van de macht is: in het industriële tijdperk hadden de maker van hardware de macht en nu die van software. Dit heeft ook de rollen van technologie en gebruiker verandert: de technologie is steeds onafhankelijker van ons geworden, het stuurt en controleert zichzelf en in sommige gevallen kan het zijn fout herstellen (PLC).

Deze verschuiving heeft de mens veranderd: die nu alleen (wat ik nu doe) op toetsen druk om letters (symbolen) hier te krijgen. Misschien wel vreemd om te zeggen maar als je de ANT methode hierop zou toepassen zou je deze verschuiving goed kunnen zien (M$).

Lévi-Straus,

Waar gaat deze tekst nou over was het eerste wat ik me vroeg na het lezen van de eerste pagina’s. Gaat het echt over het toekennen van betekenissen in verschillende talen? Het ontleden van de zinnen? Chomsky of de W.Kreis? Naamgeving en begripsvorming worden in inheemse talen bepaald in functie van behoefte, wordt er geschreven: dat is mijn inziens logisch want de betekenis wordt bepaald door je cultureel repertoire.

De woorden abichuelas (DR) en frigoles (Spanje) hebben dezelfde betekenis in het Spaans, alleen worden ze door de cultuur anders gebruikt (1: bruine/witte bonen en 2: bonen als geheel). Wij kunnen inheemse talen als primitief ervaren omdat ze begrippen anders omschrijven als dat wij doen: voor begrippen die wij kennen hebben zij geen woorden voor, maar is dat dan omgekeerd niet zo? Ik zou me god niet weten hoe ik in de DR een kroket moet omschrijven: Una cosa crocante que se frita y se saca de el muro of iets dergelijks: ik heb er ook geen woorden voor en snap echt niet waar deze tekst over gaat en wat het met NM te maken heeft.

maandag 5 november 2007

Scenario's

http://florisspronk.wordpress.com/

http://jeroenkleijn.wordpress.com/

Omgevingen


De game Gradius is een echte gescripted omgeving: je kunt als gamer niets anders doen dan dat wat voorgeschreven is. De game is volledig linieer: je kunt de game alleen op één manier spelen en dus uitspelen.





De amazone is een gebied waar je vrijuit kunt bewegen en alles kunt doen wat je maar wilt. Er is geen script aan verbonden en de beperkingen die er kunnen optreden zijn wilde dieren en onkunde in de jungle.

Tekst

Tijdens het lezen van de teksten wil het mij op dat ze vergelijkbaar zijn met de teksten Remediation en Premediation van Bolter en Grusin. Vooral de dubbele logica van Remediation dat met immediacy en hypermediacy te maken heeft.

Chalmers, Seamful Design

Gaat over het ontwerp van systemen en objecten waarbij het gebruiksgemak voorop staat. Het ontwerp moet uitnodigend zijn en bij het gebruik niet in de weg staan: je moet je bezig kunnen houden met wat je doet en niet met wat je het doet (a good tool is an invisible tool). Componenten en systemen moeten zo geïntegreerd zijn dat het één geheel is. Dit artikel doet me denken aan immediacy en hypermediacy zoals Bolter en Grusin dat omschrijven: het idee dat een medium wel en niet aanwezig is zoals in VR en Minority Report. In Minority Report is het computer systeem volledig verdwenen: je ziet alleen wat je doet en niet met wat je het doet. Het systeem is onzichtbaar voor de gebruiker: het enige wat je ziet is de gezochte informatie in de lucht.

Future and Alternartive nows

Gaat over het anders gebruiken van alledaags op een manier, dat ongebruikelijk is. Zoals het voorbeeld dat we op het vorige college te zien kregen: het voeden van levende wezens aan Electro apparaten en het lichtspel op het plein. We moeten voor een object scenario’s bedenken die ongebruikelijk zijn: zo wordt er het voorbeeld gegeven van de teddy bear and bloodbag; een beer dat vlees eet. Tijdens het lezen moest ik aan een afstudeer project van iemand denken: het ging om een spel waarbij je seksuele stimulans kreeg. Dit is iets wat ik normaal niet van een game verwacht: volgens mij was het de bedoeling om mensen dichter tot elkaar te brengen. Zou dit niet een vorm van Premediation kunnen zijn? Iets nu bedenken wat absurd lijkt zodat het in de toekomst altijd een remediation is? Stel dat het echt waar wordt dat we door dieren offers elektriciteit opwekken, dan is het een remediation van dit scenario. Dus waar wij eigenlijk al de tijd mee bezig zijn geweest is dus met Premediation van de toekomst?

maandag 29 oktober 2007

scenario's upload

http://files-upload.com/files/587974/scenario_30-10.pdf

scenario's zie mail ivm capability gedoe!

Melany en Amanda zijn twee vriendinnen en moeders van rond de 40. Melany is 38, moeder van 2 kinderen en werkt parttime als verkoopster. Amanda is 37 en heeft 1 kindje van 3 en werkt even niet. Beide moeders zijn vandaag zonder de kinderen aan het winkelen: ze zouden er graag wat hipper uitzien maar de vormen ontbreken.

“Jeetje, Amanda ik begin toch wel wat aan de dikke kant te worden; vroeger kon ik maatje 36 nog aan en nu past maat 39 me moeilijk”. Ah, Melany jij bent niet de enige die dat heeft hoor, ik ben binnen 4 weken tijd 6 kilo aangekomen, hoe het kan weet ik niet. “Tja, het zal wel met de leeftijd komen, en al het lekkere eten”. Ja, maar ik voel me echt niet lekker in me vel zitten zo hoor. Bovendien kan ik geen leuke kleren vinden die me passen.”Ja hier hetzelfde: ze maken die kleren echt voor die jonge meiden met modellen figuurtjes en daar pas ik niet in”. “Nou Amanda misschien moeten we eens gaan lopen”! Lopen? Zo op straat, nee dat is niks voor mij. “Nou dan gaan we naar de sportschool”! Ja, dat is een goed idee, alleen heb ik wel de juiste begeleiding nodig hoor! Ja, ik ook, hopelijk vormt dat geen probleem: want er is niet altijd iemand aanwezig. ‘Hoi dames, ik heb toevallig jullie gesprek opgevangen: jullie willen gaan sporten waar er altijd begeleiding aanwezig is? “Ja, en waar je niet aan vaste tijden verbonden zit, maar dat je kunt gaan wanneer je wilt”. ‘Oo dan heb ik wel een gym voor jullie, 24/7 gym in Amsterdam: ik denk dat het wel iets voor jullie is. “O heb je een site waar we informatie kunnen vinden”? ‘Nou ik kom er net vandaan en heb hier een foldertje bij me, neem hem maar want ik heb al besloten.

Heeft u ook een druk gezinsleven? Komt u tijd te kort om te sporten? Sluiten de openingstijden niet aan u? Wilt u deskundige begeleiding? Dan is 24/7 GYM de GYM dat bij u past.

24/7 Gym is een uniek sportschool in Nederland: wij garanderen u als enige te allen tijde begeleiding wanneer u maar wilt. Binnen onze GYM kunt u 24 uur per dag 7 dagen per week trainen. U wordt daarbij geassisteerd door uw persoonlijke assistent. Deze assistent begeleidt u niet alleen, hij houdt ook de gegevens en vorderingen van uw unieke training bij.

Dus heeft u last van overgewicht? Zit u niet lekker in uw vel? Wilt u ook een maatje kleiner of aan bepaalde probleem gebieden werken? Wilt u de figuur waar u altijd van droomde? Dan bent bij ons aan het goede adres: met een uniek speciaal op u afgestemde programma kunt u binnen aanzienbare tijd uw doel bereiken. Wilt u nooit meer die leuke kleren laten liggen en een onbevredigend gevoel na het winkelen? Lees dan snel verder en maak kennis met onze GYM.

Nadat u bij ons lid geworden bent: doorlopen wij met u wat uw wensen zijn. Hierbij maken we een analyse van uw fysieke gesteldheid: wat is uw gewicht en huidige conditie, leeftijd en lengte. Nadat deze gegevens bekend zijn, maken wij in overleg met u een trainingsschema: waarbij uw wensen en doelstellingen centraal staan. Al deze gegevens komen vervolgens in ons systeem terecht: die dan te allen tijde met uw persoonlijk armband opgeroepen kunnen worden.

Door dit uniek systeem kunt u trainen wanneer u maar wilt: uw trainingsprogramma en persoonlijk assistent heeft u altijd bij de hand.

Alle apparaten in onze GYM staan in verbinding met ons systeem, en kunnen met uw armband communiceren: ze kunnen uw unieke code lezen en uw programma opvragen.

Op het moment dat u een toestel betreedt, en uw armband langs de scanner gaat: vraagt het toestel uw informatie en trainingsprogramma op waarna hij zich instelt. Tijdens het instellen krijgt u op het scherm een film te zien van wat u moet doen. Het programma registreert uw vorderingen: hoe lang heeft u er op getraind, hoeveel calorieën heeft u verbrand en wat was de intensiteit. Daar bij komt dat het systeem ook registreert of u tijdens de oefening bent gestopt en of de intensiteit veranderd is.

Zo kunt u na afloop zien of uw doelstellingen behaald zijn en wat u precies die dag getraind heeft.

Mevrouw Koremijn is moeder van twee kinderen en 36 jaar oud. Ze werk parttime en zorgt voor haar drukke gezin. Ze heeft een druk leven en wilde sporten waarbij ze begeleid wordt. Onze 24/7 GYM bood uitkomst: één dag in het sportleven van mevrouw Korenmijn ziet er als volgt uit.

Mevrouw Korenmijn komt de sportschool binnen en haalt haar armband langs de scanner.

Mevrouw Korenmijn werkt haar programma af en slaat de dij oefening weer over. Na de training gaat ze zich wegen en worden alle gegevens naar het systeem verstuurd. Mevrouw korenmijn neemt een warme douche en checkt uit.

Bij onze GYM kunt u te allen tijde trainen waarbij u persoonlijk begeleid wordt. U kunt zelf uw training samenstellen zodat u uw ideale figuur kunt bereiken: geen jurk of broek die niet meer past dankzij 24/7 GYM!

Enthousiast besluiten Melany en Amanda zich aan te melden bij 24/7 GYM!

Ongeduldig staan de leerlingen op de parkeerplaats in groepjes te kletsen. Er hangt een opgewonden sfeer, ze gaan immers niet elke dag naar het ‘Leerpark’. De bovenbouw leerlingen van basisschool ‘Fatima’ mogen vandaag als proefkonijnen een middagje rondlopen.

Verderop krijgen meester van der Velde en juffrouw Mouhad de laatste aanwijzingen van het personeel. ‘Meester van der Velde’, Thijs, kan enig enthousiasme niet onderdrukken. Voor hem is het de tweede keer en toch blijft het erg leuk om te zien. Zo meteen zal hij aan de leerlingen uitleggen wat vanmiddag de bedoeling is.

De Leertuin, zo hoort hij voor de tweede keer, is dus het resultaat van een nauwe samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam, Philips en gemeente Amsterdam. De UvA leverde de expertise en vrijwilligers, Philips de technologie en financiën en de gemeente de locatie en basisscholen. Het project loopt nu een half jaar en de eerste reacties zijn, zoals stiekem verwacht, positief.

Met twee volle dozen sjouwt hij terug naar de groepjes leerlingen. Per kind krijgen ze een PDA, een simpel dingetje uit, hoe kan het ook anders, Eindhoven. Uitgerust met een RFID richtscanner, een WiFi verbinding en een groot schermpje. De kinderen, zo weet hij, zijn met dit soort gadgets natuurlijk volkomen vertrouwd. Toen hij op de basisschool was kreeg hij pas zijn eerste mobieltje en kwam het breedband internet net om de hoek kijken. Nu checken de kids tijdens de pauze nog even de laatste cartoons uit Amerika en houden ze zonder problemen al hun online contacten bij. Na een uitgebreide uitleg van de regels mogen de kinderen zelf door de poort naar binnen lopen. Op onderzoek, ‘de jungle in’, zoals hij ze net vertelde.

Die ‘jungle’ is een uitgebreide versie van een dierentuin en een kinderboerderij in één. Niet groter dan het gemiddelde winkelcentrum, maar wel erg vol. Het park bestaat uit verschillende delen. In meerdere vijvers zwemmen vissen en vogels, in het bos- en heigedeelte vind je een verzameling tamme fauna met bijvoorbeeld egels, konijnen, hertjes en nog meer vogels. Als laatste is er het boerderij gedeelte, dat natuurlijk verplichte nummertjes heeft; schapen, paarden, koeien en kippen. Het initiatief is door de gemeente Amsterdam gesteund om de stadskinderen wat bewuster te maken van de natuur. Door ze in direct contact te brengen met de dieren die in ons land voorkomen, door ze die te laten verzorgen en voeden hopen ze zo op een speelse manier de kinderen te leren duurzaam om te gaan met hun nationale milieu. Een stukje bewustwording.

De kinderen stromen de tuinen door, hij wandelt er rustig achteraan. Het park is uitgerust met een uitgebreid surveillance netwerk dat automatisch aangeeft als er kinderen in problemen komen. Ook lopen er enkele vrijwillige studenten rond die stiekem een oogje in het zeil houden. Hij hoeft dus niet als een dolle rond te rennen om te kijken of niemand zich bezeerd. Wel zo makkelijk.

Alle dieren, bomen en elke groep planten zijn hier getagd. Het lijkt hem een rotwerk maar gelukkig vond de UvA veel biologie studenten bereid om, voor studiepunten natuurlijk, dat werk te doen. Elk dier is hierdoor scanbaar geworden. De leerlingen wijzen met hun richtscanner naar het dier en op de PDA verschijnt alle info die ze er over hoeven te weten. De PDA staat via WiFi in verbinding met een database in het park. Zo kunnen de beheerders makkelijk de informatie bijhouden. Er wordt opgeslagen hoeveel info elke leerling heeft opgevraagd. Als het zometeen op school wordt gebruikt kunnen ze via dat soort systemen de leerlingen beoordelen.

Ook zijn overal voedingsposten verspreid. Via hun PDA kunnen ze opzoeken wat het door hun gevonden dier eet en dat voeren. Ook om het dier te verzorgen, te wassen of bijvoorbeeld te melken hebben ze speciale spullen nodig die ze zelf moeten gaan opzoeken.

Met plezier ziet hij verschillende kinderen druk rondrennen. Twee stoere jongetjes proberen een kip te vangen, een stil blond meisje staat de zwanen te voeren en twee surinaamse meisjes sluipen door het bos om een hert te kunnen scannen. Verderop slepen drie leerlingen een baal hooi naar de paardenwei. Twee lefgozertjes scannen een kastanjeboom, en natuurlijk proberen ze er even in te klimmen. Toch een stuk leuker dan mijn oude biologieboek, bromt Thijs.

maandag 15 oktober 2007

Opdracht: Scenario’s van objecten

2 contrasterende scenario’s voor interactieve objecten ingebed in je toekomstvisie. De scenario’s bevatten: persona (fictieve archetypische gebruiker) incl. motivatie/’waarden’ (zie links onder scenario’s), object, concrete situatie/context (day in the life of concrete gebruikssituatie) en externe driver (voor context, decor). Het scenario wordt beschreven vanuit perspectief 2017. Je kunt je scenario’s contrasterend maken door te variëren in drivers, persona’s of objecten. Werk je scenario’s uit in tekst en beeld. Minder tekst

en meer beeld dan de toekomstvisie. Bijv. mbv storyboards, schetsen, moodboards, collages. Zie artikel vd Lugt voor de verbeelding van scenario’s. Je kunt ook eerst een opzet maken mbv een scenario matrix (p. 196 vd Lugt).

Mohammed en Marco, 17 jaar

oud. 12 oktober 2017

“He, Mo lekker Suikerfeest gehad gisteren?”. Mohammed zet zijn VeloLibre fiets neer, klikt zijn stuur af en draait zich in de richting van waar de opmerking vandaan kwam. “Ja man, het was echt een goed feest

volgend jaar moet je zeker meedoen”, aldus Mo. Samen met Marco loopt hij vanaf het fietsenhok richting de ingang van de school. Ze lopen door de poortjes, loggen in en begeven zich richting de aula. “Even snel naar het mededelingen bord”, zegt Marco. Samen lopen ze richting een groot LCD scherm dat aan de muur is bevestigd. Mo schuifelt zijn RFID hanger langs de lezer en plotseling licht het scherm op en verschijnt een mededeling; MENEER SIDDIQUE IS VANDAAG NIET AANWEZIG. “Nee toch”, zegt Mohammed met een enigszins teleurgestelde toon. “Ik wilde net iets aan hem vragen over die wisselschakeling die ik gisteren heb gemaakt.” Ook bij Marco komt er een melding; MENEER VAN LEEUWEN IS ZIEK. “Hmmm, weinig verassend. Ik hoop dat het snel beter met hem gaat”. De twee vrienden nemen afscheid en volgen ieder hun weg naar het lokaal.

Mohammed zit in de tweede klas van het MBO, richting elektrotechniek. Al vanaf jongs af aan is hij gefascineerd door elektriciteit. Terwijl de meeste van zijn vrienden op de middelbare school zich amuseerden met computersoftware, zat hij liever te solderen en te meten in oude computers, radio’s en televisies. Samen met zijn vader had hij al op tienjarige leeftijd zijn eerste schakeling gebouwd en sindsdien is hij er elke dag mee bezig. Elektriciteit had iets spannends vond hij, iets gevaarlijks. Het idee dat het fout kan gaan speelt ten alle tijden in zijn achterhoofd.

Wanneer Mo het lokaal binnenstapt, groet hij zijn klasgenoten en pakt zijn schakeling uit zijn kast die hij opent met zijn RFID sleutelhanger. Jammer dat meneer Siddique er niet is denkt hij. Nu kan ik de schakeling niet testen voordat ik hem gescand heb; dat is toch wel iets uitdagender dan met de RFID lezer langs de schakeling te gaan en wachten op een goedkeuring. Mo pakt de RFID lezer en gaat zijn schakeling na.

Elke schakeling dat gemaakt kan worden, is uitgerust met een unieke code. De code wordt door de RFID Tag gelezen waarna er een tekening op Mohammed’s laptop verschijnt. Het programma kan precies zijn welke schakeling er gemaakt is en of deze klopt, ze controleert of de bedrading correct is en simuleert het elektrisch circuit. Hierdoor kun je precies zien waar de eventuele fout of storing zich bevindt. Bij een groenlicht is de schakeling goed en bij roodlicht is die fout. De progamma herkent in de codes een wisselschakeling en controleert zijn opstelling: het loopt de aansluitingen na en simuleert het elektrisch circuit.

Rood licht. “He?” zegt hij verontwaardigt. Mo twijfelt of hij de computer de fout in zijn schakeling laat tonen of dat hij zelf op zoek gaat. Toch maar even verder zoeken besluit hij, dat is het leukste.



Een paar lokalen verderop zit Marco te sleutelen aan zijn ‘sleutelauto’, een Ford Fiesta uit 2007. Ondanks dat hij zich regelmatig ergert aan de hopeloos verouderde techniek is het toch wel een fijne auto om aan te sleutelen vindt hij. Het is dan ook niet voor niets dat de Nationale Autotechniek Bond de Ford Fiesta heeft gekozen voor het nieuwe leren project dat 2 jaar geleden van start is gegaan. Elk onderdeel van de auto is uitgerust met een RFID Tag, vaak zo minuscuul dat het voor het blote oog onzichtbaar is. Door deze Tags kan Marco nu zelfstandig aan de slag. Eigenlijk maakt het helemaal niet uit dat meneer van Leeuwen ziek is voor Marco’s leerproces, hij kan toch zelfstandig

doorwerken met behulp van het RFID-leerprogramma. Elke Tag bevat informatie over het desbetreffende onderdeel zoals de functie, kosten en de positie in de auto. Via de RFID lezer kan Marco op zijn laptop informatie opzoeken over een bepaald onderdeel opzoeken en de exacte locatie bepalen in het motorblok. Plotseling wordt er een tennisbal op zijn hoofd gegooid. “Kijk uit voor mijn laptop gekken!” schreeuwt Marco. John en Jacco zijn aan het keten in de werkplaats, is dit een gevolg meneer van Leeuwens afwezigheid?

Chanel, 14 jaar oud. 10 oktober 2017.

Voor haar gevoel wordt ze weer veel te vroeg gewekt. Geleidelijk aan gaan de lichten aan en begint haar wekker steeds harder voorgeprogrammeerde geluiden te maken. Die 'rustgevende zee 3' begint inmiddels behoorlijk op haar zenuwen te werken, ze moet binnenkort toch echt iets anders downloaden. Het is dan wel rustiger dan haar vaders oude wekker, het resultaat is even vervelend. Uit bed, opfrissen en naar beneden.

Pas half wakker stommelt ze de eetkamer in. Haar ouders zijn zoals gewoonlijk nergens te bekennen. Papa komt waarschijnlijk over een uurtje pas terug van nachtdienst en haar moeder zal inmiddels al in de trein zitten. Gelukkig komt het Chinese kindermeisje al over een half uur, hopelijk op tijd voordat haar baby broertje begint te krijsen.

Zonder al te veel hoop op succes doorzoekt ze de koelkast. Niks lekkers. Sinds haar ouders haar op het Healthy4Kids Dieet hebben gezet is al het lekkers wonderbaarlijk snel uit het huis verdwenen. De eerste paar dagen weigerde ze pertinent om de honingcornflakes te verruilen voor die vieze groentemuesli. Maar haar ouders bleken het deze keer wél echt te menen. Luid klagend heeft ze zich overgegeven. Als haar ouders iets in hun hoofd hebben gehaald krijg je het er niet meer uit. Bah. Healthy4Kids is tegenwoordig een ware rage onder ouders. Weer zo'n fijn initiatief met een hippe naam van de overheid om overwicht bij kinderen aan te pakken.

School begint, zoals gewoonlijk, weer eens te laat. Weer een foutje met het systeem zeker. Pas om half 9 kan ze inloggen en bij haar eerste les binnenschuifelen. Biologie, volgens haar mentor kan ze wel wat extra gebruiken. Gelukkig is het leuker dan de vorige keer. Geen dom gedoe met terug pratende poppen of hun blinde darm wel op de goede plek zit. Nu mag ze lekker zelf EDUfilmpjes uitkiezen over zoogdieren. Vooral een kleurige animatie over de zeven magen van een koe kon ze erg waarderen. Na een wat wiskunde in het medialokaal en een stukje aardrijkskunde mogen ze pauze nemen.

Haar vriendinnen staan al op hun vaste plekje, vlak bij het Tegen Zinloos Geweld kunstwerk in de hal. Ze hebben een nieuwtje, de school heeft een nieuw aantal snoepautomaten neergezet! Nieuwsgierig lopen ze richting de kantines. Normaal heeft ze daar weinig te zoeken, in haar LeerlingID staan restricties op wat ze mag kopen. Natuurlijk alleen gezonde, suikerarme rotzooi. En die duffe kantinevrouwtjes zijn onverbiddelijk. Misschien bieden de automaten een uitkomst.

Tegen de wand van de kantine staan inderdaad een klein dozijn automaten. Meerdere leerlingen zwermen eromheen. Van een afstand ziet ze al de kleurig verpakkingen van chocosnacks. Dichterbij gekomen wacht de teleurstelling, de automaten zijn ook voorzien van het RFID symbool. Ze zal dus haar Tag moeten gebruiken om af te rekenen, net als bij zoveel andere apparaten in school. Een pasje lenen van iemand anders, zonder dieet, is ten strengste verboden en daarnaast wordt je er vaak mee gepest. Ze is al niet zo populair en al haar vriendinnen kampen met hetzelfde probleem; te dik en te irritante ouders.

Een voor leerling voor haar, normaal postuur, wuift zijn pasje richting de automaat. 'Welkom, Chris' reageer die. Achter het glas glimmen de repen, vol verlicht. Chris tikt op het schermpje zijn keuze in, keurt de betaling goed en de automaat levert de snack keurig af in het opvangbakje. Zonder zich te beheersen trekt hij de verpakking open en loopt weg.

Nu is ze zelf aan de beurt. De automaat begroet haar, maar achter het plexiglas gaan ineens allerlei lichtjes uit. Alleen de producten die ze wel mag kopen blijven verlicht. Gesneden appel, een groentenmix, kipsalade en wat sandwiches. Dat is het wel. Stomme automaat. Omdat ze toch trek heeft betaald ze zuchtend voor een bakje met stukjes watermeloen. Kunnen haar ouders volgende week op het afschrift weer zien dat ze heus wel gezond eet. Op school in ieder geval wel. Zodra ze naar huis kan gaat ze samen met wat enkele vriendinnen naar de snackbar in het centrum. Waar je wel met normaal geld kunt betalen.

Daar weten ze ten minste niet wie ze is of op wat voor dieet ze zit. Nóg niet...

maandag 1 oktober 2007

Future Vision door Jeroen, Floris, Juan en Karlijn.

Een korte schets hoe een onderwijsprogramma er over tien jaar mogelijk uitziet

Alle voorwerpen, openbare locaties, tamme dieren, kortom alle objecten die ons van informatie kunnen voorzien moeten in de toekomst in het bezit worden gesteld van een kleine goedkope chip met een tag (detag geeft aanvullende informatie over de bestand/object waaraan het is gekoppeld). De tag geeft een nummer dat de PDA (Personal Digital Assistent) kan combineren met een grote hoeveelheid informatie, opgeslagen in een online database. De chips kosten nog maar een paar cent en maken het doelgericht zoeken naar informatie een stuk makkelijker.

Het idee hierachter is dat leerlingen meer praktijkgericht kunnen leren. Studenten krijgen een speciale tool voor het onderwijs, een PDA die op allerlei objecten gericht kan worden waarna er informatie verschijnt over het betreffende object. Denk bijvoorbeeld aan een student kunstgeschiedenis die een wandeling maakt in een nog onbekende stad. De PDA koppelt het nummer dat de tag afgeeft aan informatie uit de online database zodra de student een historisch gebouw passeert. Deze praktische manier van kennisverwerving kan ook plaatsvinden in de supermarkt, het park of de bioscoop. Er is sprake van een nieuwe, interactieve manier van leren over datgene wat je ziet. Over elk onderwerp is informatie beschikbaar van drie verschillende niveaus; simpele voor lager onderwijs, normaal voor middelbaar en diepgaander voor academische doeleinden. De informatie komt uit de WikiEDU (Wikipedia-achtige databank) waar aan iedereen met een bepaalde status zijn of haar kennis aan kan toevoegen. De informatie geschikt voor de eerste groep (jongste categorie) wordt via spraaksoftware ‘verteld’ aan de leerling omdat het wel of niet kunnen lezen geen barrière mag zijn voor kennisvergaring.

Stel je een biologie les voor met een lagere school klas. In een lokaal stadsbos, een soort uitgebreid park zonder hekjes en bankjes, inclusief ongevaarlijke dieren, neemt de leraar ze mee op een wandeltocht. Onderweg kunnen ze alle dieren scannen en informatie over ze krijgen. Wat ze eten, waar ze in het wild leven, enzovoorts. Ook groepen bomen kunnen voorzien worden van een chip, groepen planten, enzovoorts. Een les wordt zo een stuk aantrekkelijk en levendiger.


Beknopte tijdsschets:

Voor 1997: Alle kennis is opgeslagen in encyclopedieën in boekvorm. Deze encyclopedieën waren niet in elk huishouden aanwezig. Voor toegang tot deze boeken moest je dus naar school of de bibliotheek

1997: Het internet is in opmars. Steeds meer huishoudens krijgen toegang
tot het World Wide Web. Hierdoor is het voor deze gezinnen mogelijk om
informatie over allerlei

betrouwbaarheid; hoe weet je of iets
waar is?

2004: Met de introductie van Wikipedia wordt informatie verzameld tot de
omgeving van een website. Op deze website is (net als in een
encyclopedie in boekvorm) alles op te zoeken; van natuur tot sociologie,
van scheikunde tot geschiedenis. Doormiddel van het zogenaamde 'wiki'
systeem is de site opgebouwd met artikelen van
pro-summers.

2010: Door de achterstand van de Nederlandse scholieren ten opzichte van
China (koploper in 2010 wat betreft educatie) is het Ministerie van
Onderwijs een samenwerkingsverband aangegaan met Wikipedia. Doordat de
regering in 2008 heeft besloten elk product dat in Nederland wordt
verkocht te voorzien van een RFID tag is er ook op het vlak van educatie
een deur opgegaan.

Op elke tag bevindt zich naast de verplichte
productdata en usersdata ook 3 verschillende soorten informatie over
het product op educatie niveau. Het eerste niveau is geschikt voor de
basisschool; kinderen van 8-12 jaar. Het tweede niveau is op middelbaar
niveau (14-17 jaar, HAVO+), ten slotte is het derde punt op academisch
niveau.

De RFID tags kunnen worden afgelezen met

een PDA of met de nieuwe
generatie telefoons. Wanneer een leerling voorbij een product loopt waar
zijn interesse naar uit gaat of bijvoorbeeld in de trein zit; kan hij of
zij inloggen op het product en een van de drie niveaus kiezen.

De overheid zorgt voor een controle op de schrijvers van de wikiEDU databases; dat de informatie neutraal, up-to-date en vrij van politieke voorkeuren is. Vooral in het academische onderwijs worden veel docenten gevraagd om over hun vakgebied informatie toe te voegen, ook op kinderlijk niveau. De databases groeien hierdoor bijzonder snel en blijven in de ogen van het publiek betrouwbaar.

Discussiepunt:

Een eventueel struikelblok voor dit onderwerp zou het vraagstuk kunnen zijn waarom alles getagd moeten worden met RFID-chip wanneer je met een GSM of PDA ook gewoon naar Wikipedia kan gaan en met een paar drukken op de knop misschien hetzelfde resultaat kan bereiken?


Bruce Mau

In zijn boek interviewt Bruce Mau verschillende geleerden, die het over het nieuwe recycle hebben wat geen recycle meer is. Zij geloven in hetzelfde principe van Waste =Food, een idee om een gebruikte goed een andere eindbestemming te geven. Het is een breed terrein dat gaat van het vervaardigen van producten tot aan Genetic Engineering.

Onze huidige systeem van recycle is volgens William McDonough down-cycle, het product verliest aan kwaliteit of verstoord de natuur. Volgens hem moeten we streven naar een Cradle-to-Cradle cycle principe, waarin alles zonder bewerking bruikbaar is. We kunnen dit bereiken door te kijken naar onze omgeving, en op zoek gaan naar de oplossingen die de natuur voor afval heeft. Natuurlijk afval, wordt door de natuur afgebroken en dient als voedsel voor dieren (Biological Nutrition). Dit principe moeten wij ook toepassen bij het vervaardigen en ontwikkelen van materialen (Technological Nutrition). De rol van de mens zal hierdoor veranderen, we spreken dan van Customer in plaats van Consument en dus eco-efficient (doing more with less).

Dit hele idee wordt mogelijk gemaakt door de ontdekking van DNA in 1953. Hierdoor werd het mogelijk om de hele structuur van al het leven te manipuleren. Zo kunnen we groente en graan manipuleren en er extra (ontbrekende) vitaminen inbrengen. Het product wordt dan beter voor de gezondheid en kan hongersnood voorkomen. Daarnaast kan er een eind komen aan onze energie crisis, inefficiënte ziekte betreding en menselijke beperkingen.

Zo stelt Freeman Dyson dat het mogelijk is om met gewassen efficiënter energie op te wekken. We kunnen planten (biologisch) beter laten functioneren zodat ze meer zonenergie in elektrische energie omzetten. Ook kunnen we het menselijk lichaam en die van dieren op bestelling perfectioneren. Eugene Hacker geeft een voorbeeld van manipulatie voor medische doeleinden. Er zijn geiten ontworpen die insuline in de melk aanmaken. Mensen met suikerziekte kunnen zo makkelijk de insuline tot zich nemen. Volgens hem moeten we het leven nuttige gebruiken (The use of life). Dit druist tegen veel principes in en wordt door veel landen en organisaties verworpen.

Een manier van manipulatie wat wel geaccepteerd word is Biomaterial. Dit is het manipuleren van producten zodat ze een beter werking of bruikbaarheid hebben. Robert Langer geeft zijn onderzoek als voorbeeld. Hij houdt zich bezig met Tissue Engineering, het moleculair veranderen van materialen, zodat ze beter toepasbaar zijn. Volgens hem kunnen we door Biomaterial ziektes beter bestreden. Zo is mogelijk om met een geïmplanteerde chip op elk gewenst moment, op de exacte plek je medicijnen in te nemen. Doordat de ziekte (gezwel) direct bestreden wordt, kunnen er bij een ziekte als kanker meer leven worden gered.

Dit alles is een goed voorbeeld van Technologie en Biologie, waarbij we alles op elkaar moeten afstemmen zodat het efficiënter gaat werken. Met het uiteindelijk doel de toekomstige generatie een beter toekomst te bieden.


zondag 23 september 2007

Skills

Software

Auto-Cad 2000
Bouwtekeningen
Elektratekeningen
Ulead
Bewerken van digitale video
Webpage voor UvA en vrienden
M$ PWP etc.

Projecten

Concept tekening gemaakt voor een nieuw te bouwen garage en woningen (HBO-Project niet afgemaakt).
Samenstellen en presenteren van 30dg rondreis door Azië (HBO) (Japan samengesteld en coördinator van het project en maker van presentatie).
Ondernemingsplan en presentatie (coördinator en maker van presentatie).


Een voorkeur voor de opdrachten heb ik niet, ik hou van uitdaging en brainstormen dus vindt alles best zolang ik er geen leiding over heb.


Tekst

Het is misschien wat vergezocht maar tijdens het lezen van deze teksten moest ik aan Bush en Nelson denken. Vooral de visie van Nelson en de Xanadu toonden voor mij overeenkomsten met deze teksten. Ze gaan allemaal over het verbeteren van de huidige vorm van Hypertext en de kritische noot toont ook al overeenkomsten. Binnen de huidige hypertext zijn er teveel gaten (niet getoonde informatie) die opgevoeld moeten worden. Ik heb dan ook het idee dat ze een volledig writerly vorm van hypertext willen hebben, waarbij we pro-summers zijn (kan je Sterling hierbij betrekken?).

De teksten van deze week gaan over metaforen voor Hypertekst en interactie. Zo vergelijk Aaseth in zijn artikel Hypertext met een doolhoofd (labyrint). Hij uit een kritiek uit op Hypertext in zijn huidige vorm: volgens hem kent de huidige hypertext: het is vrij lineair en bied weging uitkomsten. Je kunt een site wel lezen maar niet veranderen ( je kunt de letters en kleur niet veranderen) en je bent soms verplicht om een vaste pad te bewandelen (blackboard). Deze toepassing van hypertext (BB) noemt hij unicursal: we kunnen er pas iets mee als we er toestemming voor krijgen en kunnen alleen datgene doen waar we toestemming voor hebben. BB heeft dan ook een doel en is dus daardoor lineair. Hij stelt dan ook dat hypertext meer multicural moet zijn: dat wil zeggen dat er geen vaste volgorde is en je een eigen unieke reis kunt maken. De hypertext moet geen doel hebben en zo ontworpen worden (Bush+Nelson?) dat je als het ware er controle over hebt (volledig writerly). Het moet niet alleen mogelijk zien om een bepaalde structuur te volgen, maar deze ook zelf te kunnen veranderen door links.

Bush en Nelson? Hebben het over de Memex en Xanadu waarbij het opvragen en tonen van informatie anders is als nu. De Xanadu zou ik me hierbij kunnen indenken waarbij je dus kunt zien waar bepaalde links naar toegaan, veranderingen kunt brengen zonder het origineel te verliezen. Zo is het mogelijk om met de Xanadu informatie die je niet kunt zien of ontbreek (huidige www) wel zien en traceren. Dit toont volgens mij dan ook overkomsten met de tekst van Laurel een kritiek heeft op de hypertext. Zij gebruik de term worm holes voor de delen van het hypertext die niet getoond worden. Beiden willen dus een volledige controle en creatie van hypertext door de maker en gebruiker waarbij het verbeteren van de interactie centraal staat.

Fysiek writerly

Mijn mangoboom:

Als kind klom ik bijna dagelijks op de bomen, en bij de mango bomen vind ik de ervaring writerly. De mango bomen kunnen erg hoog zijn en hebben meestal veel aftakkingen. Het klimmen op deze bomen is voor iedereen anders, door je agency kun je verschillende paden beklimmen.

Kokos boom:

Het klimmen op deze is readerly je kunt niks anders dan de pad beklimmen die de boom wilt. Deze bomen kunnen zowel recht als krom zijn, je kunt niet van deze paden afwijken om de noot te kraken.

Fysiek writerly:

Playstation home:

Soort van SecondLife op de PSnetwork waarbij je alles kunt aanpassen aan je smaak (huis etc).

Fysiek Readerly:

Virtual Reality:

Het is een programma waar je niks anders kunt dan dat wat voor geschreven is. Je ziet en ervaart wat de maker van het programma wilt je hebt geen enkele inbreng in het geheel.

zondag 16 september 2007

This page can't be displayed......no cookies allowed......U have 2 allow cookies to c this page.....


Een veel voorkomende zinnetje, zeker in de tijd dat ik pas achter het internet zat. Cookie wat zijn koekjes vroeg ik me af, wat moet ik daar nou weer mee zeg? Waarom wordt ik gedwongen om ja te zeggen en kan ik deze dingen niet uitschakelen?

In zijn artikel besteed Turow aandacht aan het fenomeen online advertising, en al de ergernis dat dit met zich mee brengt/bracht. Door de introductie van de web-browser in de jaren negentig, was het mogelijk geworden om gericht te adverteren en advertenties te tonen. Veel marketeers hebben hierop ingespeeld, het resultaat was spam en overal (nu nog) advertenties die als paddenstoelen te voorschijn kwamen.

Dit fenomeen herhaalt zich nu nog steeds, alles wat we via het internet op zoeken wordt bewaard door giganten zoals Google. Deze gegevens worden gebruikt om gericht te kunnen adverteren bij elke pagina dat je bezoekt. Het nut van de Cookie wordt op eens heel duidelijk. Spy-ware zorgt ervoor dat je te traceren bent en in een gigantische database komt waarin bedrijven kunnen graaien om jou vervolgens direct te kunnen bereiken.

Grappig detail is dat de consument dit zeer vervelend vindt, ze klagen over de privacy die volkomen geschonden wordt. Er is niets aan te doen, er zijn geen wetten die deze praktijken kunnen voor komen. O nee wacht er is hoop, volgens de telegraaf wil Google een wereldwijde privacystandaard.

Zie:http://www.telegraaf.nl/digitaal/70899471/Google_wil_wereldwijde_privacystandaard.html?p=5,1


Hoe ver zal dit gaan? Krijgen we in de toekomst bij het starten van de PC een pop-up met de laatste aanbiedingen van de mediamarkt? Of zal het internet volledig gratis zijn doordat het uit advertentie inkomsten betaald wordt?

Voor de opdracht van deze heb ik de volgende omgevingen gevonden.

Fysiek:

De Efteling is een writerly fysieke omgeving omdat: Je kunt er op allerlei manieren je weg vinden en kan als bezoeker je eigen sprookje vertellen. Voor iedereen die ooit in de Efteling geweest is, is de gewandelde route anders, en de volgorde van de attracties ook.

De WC van de McDonald’s in USA zijn readerly: Je kunt als gebruiker alleen er in / en uit via dezelfde weg en dezelfde route, je kan er niets anders van maken.






Digitaal:

Xbox-live is een writerly omgeving omdat: Je alsprosummer er alles kan veranderen en naar je eigen smaak richten, ook ben je niet verbonden aan bepaalde patronen van gebruik. Je kunt online kopen, video's bekijken en met vrienden chatten, dit is voor iedereen anders.

Space-Mountain
is een readerly omgeving in Disneyland omdat: Je niets anders Kan doen dan in een karretje zitten die je de illusie van een ruimte reis geeft. Als bezoeker heb je geen enkele invloed op het getoonde, je kunt er niets anders van maken.

zaterdag 8 september 2007

Writerly vs Readerly

In zijn artikel heeft Landow het over hypertext en gedrukte tekst. Wat is hypertext eigenlijk? Het is een tekst dat uit digitale codes bestaat en die door links aan elkaar verbonden is. Het is een tekst dat manipuleerbaar is (wat ik nu doe is dus hypertext schrijven) en dus writerly. Daarnaast is (readerly) gedrukte tekst een tekst dat geschreven en op papier gedrukt is. Je kunt de tekst niet manipuleren. Voorbeelden die hij op noemt zijn: het veranderen van de fonts (tekens grote en schrijfstijl) en het vaste lees volgorde. Een hypertext op een website kun je op verschillende manieren lezen, er is geen begin of eind je bepaald je eigenweg. Bij een gedrukte tekst is dat wel het geval, er is altijd een begin en eind een andere pad kun je niet volgend. Hiermee bedoelt hij dat je dan essentiële informatie mist als je een andere (ongebruikelijke) pad kiest. De grenzen tussen lezer en schrijver vervagen bij een hypertext, je kunt meteen zelf reacties plaatsen (blog) en ben dus interactief bezig. Zijn stelling is eigenlijk dat hypertext in ter actie is en je daardoor meer mee kan.

Hier vergeet wel degelijk iets. Bij hypertext kun je werkelijk een pad voor de lezers uitstippelen. Je kunt doormiddel van links (design) bepaalde delen ontoegankelijk maken. Zo kun je bij je design bepaalde links maken aan het eind van de tekst. De lezer wordt dan gericht gestuurd en kan dus op een goede manier (zonder veel te zoeken waar moet ik zijn) de tekst lezen.

Norman en Dunne bouwen hier verder op in, ze hebben het over het belang van de design van een object (user friendly). Dit kan dus ook een website zijn. Je moet als gebruiker duidelijkheid hebben over het gebruik. Het moet in een oog opslag duidelijk welke weg je moet bewandelen, bij een boek is dit altijd duidelijk en bij hypertext niet. Wie heeft zich nooit rot gezocht naar een bepaalde link? Waar is dat inlog of uitlog knop? Een boek is altijd duidelijker dan een site vanwege de logische volgorde.

Verder zeggen dat design (visibility en User friendly) alles bepalend is. Bij een fruitautomaat moeten er door de gleuf munten in. Een schaar is duidelijk om mee te knippen, de gaten die voor vingers etc. Bij het ontwerpen dien je er rekening mee te houden dat het meteen helder is. Anders weet de gebruiker niet wat hij ermee moet. Het ontwerp moet meteen een bepaalde handeling duidelijk maken (transparency).

Zij vergeten wel een belangrijk punt en dat is agency, de design is niet van belang maar agency is van belang. De gebruikers moeten kennis hebben van het gebruik van het product. Zo noemt hij het voorbeeld van een fiets, de design moet logisch zijn je moet meteen weten wat je ermee kan. Nu weet iedereen dat je niet kunt vliegen met een fiets, maar fietsen of rollen (berg). Maar zonder agency (kunnen fietsen) heb je er ook niets aan. Dus dat mensen niet met een object om kunnen gaan heeft dus niet met design maar met agency te maken.



Enkele voorbeelden die ik gevonden heb, hebben te maken met agency. Agency bepaald of ze nu writerly of readerly kunnen zijn. Het klassieke voorbeeld van een readerly en writerly tekst binnen de media zijn films en games (second life ). Een film heeft duidelijk een begin en einde en een vaste volgorde. Bij een game is dat niet altijd zo, er kunnen verschillende of helemaal geen eind aan zitten.

Hoe zit het dan met nieuwe media gadgets?

Neem een Ipod; Het heeft twee oortjes (Visibility) en zegt je dus dat je muziek er mee kunt beluisteren. Het is ook daarvoor bedoeld door de designer, er zitten geen knoppen in om te gamen. De tekst (design) is readerly je kunt er niets anders mee dan luisteren. Maar met agency kan een iPod writerly worden. Als Prosummer kun je met de juiste kennis veel meer mogelijkheden uit een IPod halen.


Hetzelfde geld voor een game console; je kunt alleen de games spelen die de maker wilt. Op een XBOX kun je alleen erkende games spelen (readerly). De design laat je duidelijk merken dat je er ook niets anders mee kunt. Maar als je over bepaalde kennis beschikt, kun je er veel meer mee doen. Het is mogelijk om Linux volledig te draaien en ook retro games te spelen. De xbox is dan writerly geworden.


De vragen die ik hierbij stel zijn.

Zijn er binnen de nieuwe media nog wel readerly teksten?

Willen nieuwe media ontwerpers doormiddel van readerly teksten macht over de gebruikers uit oefenen? ( ban van xboxlive).