Onze huidige systeem van recycle is volgens William McDonough down-cycle, het product verliest aan kwaliteit of verstoord de natuur. Volgens hem moeten we streven naar een Cradle-to-Cradle cycle principe, waarin alles zonder bewerking bruikbaar is. We kunnen dit bereiken door te kijken naar onze omgeving, en op zoek gaan naar de oplossingen die de natuur voor afval heeft. Natuurlijk afval, wordt door de natuur afgebroken en dient als voedsel voor dieren (Biological Nutrition). Dit principe moeten wij ook toepassen bij het vervaardigen en ontwikkelen van materialen (Technological Nutrition). De rol van de mens zal hierdoor veranderen, we spreken dan van Customer in plaats van Consument en dus eco-efficient (doing more with less).
Dit hele idee wordt mogelijk gemaakt door de ontdekking van DNA in 1953. Hierdoor werd het mogelijk om de hele structuur van al het leven te manipuleren. Zo kunnen we groente en graan manipuleren en er extra (ontbrekende) vitaminen inbrengen. Het product wordt dan beter voor de gezondheid en kan hongersnood voorkomen. Daarnaast kan er een eind komen aan onze energie crisis, inefficiënte ziekte betreding en menselijke beperkingen.
Zo stelt Freeman Dyson dat het mogelijk is om met gewassen efficiënter energie op te wekken. We kunnen planten (biologisch) beter laten functioneren zodat ze meer zonenergie in elektrische energie omzetten. Ook kunnen we het menselijk lichaam en die van dieren op bestelling perfectioneren. Eugene Hacker geeft een voorbeeld van manipulatie voor medische doeleinden. Er zijn geiten ontworpen die insuline in de melk aanmaken. Mensen met suikerziekte kunnen zo makkelijk de insuline tot zich nemen. Volgens hem moeten we het leven nuttige gebruiken (The use of life). Dit druist tegen veel principes in en wordt door veel landen en organisaties verworpen.
Een manier van manipulatie wat wel geaccepteerd word is Biomaterial. Dit is het manipuleren van producten zodat ze een beter werking of bruikbaarheid hebben. Robert Langer geeft zijn onderzoek als voorbeeld. Hij houdt zich bezig met Tissue Engineering, het moleculair veranderen van materialen, zodat ze beter toepasbaar zijn. Volgens hem kunnen we door Biomaterial ziektes beter bestreden. Zo is mogelijk om met een geïmplanteerde chip op elk gewenst moment, op de exacte plek je medicijnen in te nemen. Doordat de ziekte (gezwel) direct bestreden wordt, kunnen er bij een ziekte als kanker meer leven worden gered.
Dit alles is een goed voorbeeld van Technologie en Biologie, waarbij we alles op elkaar moeten afstemmen zodat het efficiënter gaat werken. Met het uiteindelijk doel de toekomstige generatie een beter toekomst te bieden.