Heero-mils

Ik ben juan en woon in Almere en studeer nieuwe media en digitale cultuur aan de UvA. Ik zal dit blog gebruiken om mijn opdrachten aan de HELE wereld te laten zien. Laterzz, Juan

maandag 26 november 2007

Opdracht

http://thijsspace.blogspot.com/
http://jeroenkleijn.wordpress.com/

zondag 25 november 2007

Extra tekst 29-10 Interactive Design

Bij het lezen van de teksten moest ik meteen aan de fragmenten denken dat we te zien kregen: het licht spel op de pleinen, dus hoe bestaande gebouwen en nieuwe technologieën een unieke ervaring kunnen opwekken. Daarbij moest ik ook denken aan een Park in Arnhem waarbij je muziek kunt maken door op de tegels te lopen. Mcquiere heeft het dus over de ervaring die men kan krijgen door bepaalde architectuur te veranderen al dan wel vast of tijdelijk: die dan een nieuwe sociale relatie met de gebruiker krijgen. Deze nieuwe relatie die de fysieke objecten en publiek doormiddel van software combineert zorgt ervoor dat het object een ander doel heeft. In het Park in Arnhem kun je door op tegels te lopen verschillende klanken opwekken, je dan ook dat mensen er blijven lopen en dus niet meer langslopen. Sterker nog mensen gaan zelfs op zoek naar deze tegels die op verschillende (wel vlakbij) plaatsen liggen: die voor andere klanken zorgen waardoor mensen samen muziek kunnen maken. Dit alles zorgt voor een heel andere ervaring met de omgeving die dus volledig writerly is.

Vogelaar heeft het dan ook over hetzelfde hoewel ik weinig tot niets van de tekst begreep gaat het over het roergebied in Duitsland, waarbij de ontwerpen de interactie met de mens moeten bevorderen: dat wil zeggen dat de gebouwen zo ontworpen moeten worden dat ze niet meer readerly maar writerly zijn. Met andere woorden er moeten geen gebouwen ontwerpen worden maar interacties zoals Mcguire dat aangeeft. Ik vond de voorbeelden in de tekst niet erg verhelderend en denk dan dat ze het volgende voor ogen heeft, als het voorbeeld wat eerder in het college gegeven werd: een gebouw dat een prominente plaats heeft waarbij naast wonen en werken iets anders kunt doen. Mijn geestesbeeld zou dan een huis die zo gemaakt is waardoor je erop zou kunnen skaten of middels software teksten (soort graffiti) op zou kunnen tonen.

Extra tekst 15-10 The Internet of Things

Deze teksten van deze week lopen eigenlijk in elkaar, ze gaan min of meer over hetzelfde: termen die centraal staan zijn dan ook Blogjects (blobjects) spimes die eigenlijk met The internet of things te maken hebben (Sterlings presentatie is op Utube te zien). De teksten gaan over de rol die het internet in ons leven neemt of gaat nemen, de sociale plekken (sociale sites en blog) gaan een belangrijke rol in ons leven spelen. Zo vindt Blecker dat blogs een belangrijke rol zullen spelen in surveillance: doordat blogs alles registreren kun je als overheid censuur en daarmee controle uitoefenen. Een voorbeeld hiervan zijn de maatregelen die China tegen bloggers genomen heeft. De overheid kan precies zien wie wat publiceert, censuur toepassen en de mensen zelfs oppakken. Daarnaast kunnen burgers de overheid controleren: recente ontwikkelingen van Wikipedia waarbij je gebruikers die iets veranderen kunt terug vinden. Het is dus niet zo dat surveillance door de overheid gedaan kan worden en dat blogs daar belangrijk voor zijn, het geld voor iedereen die het internet kan gebruiken.

Blogjects hebben erg te maken met the Internet of Things waarin Sterling een schets geeft van de technologische ontwikkelingen en toekomstige verwachtingen. Zo heeft hij het over een Blobject, Spimes en Gizmos die ons leven zullen veranderen. Sterling omschrijft technologische geschiedenis van de mens: we zijn gegaan van artefact naar machines en productie waarbij de relatie tussen mens en object veranderd is. Deze relatie is van gebruiker naar end-users (pro-summers) gegaan: het product is niet af als het door de maker gemaakt is, maar kan door de pro-summer (agency) gemanipuleerd en verbeterd worden (wikipedia). Volgens Sterling zal de volgende stap zijn de tijdperk van de Spimes waarin je als gebruiker ook maker bent: in zijn artikel wordt er het voorbeeld gegeven van een fles wijn: je kunt alles lezen waar dat fleswijn mee te maken heeft: het doet me dan ook aan een soort combinatie van de ANT en RFID denken. Je kunt dus door een Tag alle informatie van de fles lezen en je zou er ook wat informatie aan kunnen toevoegen. The internet of Things is naar mijn mening het idee dat alles over alles overal te vinden is: je kunt het www dus niet alleen via een computer (PC) benaderen maar door alle producten (IPod+gsm etc.) die contact met een satelliet kunnen maken.

Het artikel van Engeström heeft hier naar mijn mening niet echt veel mee te maken: hij heeft het meer over social network. Hij maakt het onderscheid tussen een netwerk waarbij de relaties van de gebruiker centraal staan (Hyves) en waar een object of onderwerp centraal staan (kickboks.nl).

Extra tekst 8-10 ANT

Stalder heeft het in zijn artikel over de Actor Network Theory, maar verteld eigenlijk niets anders dan wat Jonh Law zelf in zijn boek schrijft: hoe moeten we de sociologische studie van technologie benaderen? Wat is een Netwerk? Dit zijn de vragen die John Law zich in zijn boek stelt? Hij vindt het moeilijk om deze vragen te beantwoorden: volgens hem is er niet een manier om de sociologische kant van technologie te bestuderen. Hij vraagt zich dan wel af of een sociologische studie van technologie wel sociologisch is. Een goede sociologische studie naar technologie kenmerkt zich volgens hem door: vragen stellen bij de issue en tools van de technologie dat we onderzoeken, waarbij we ook de vraag stellen van wie we zijn tijdens het onderzoeken van deze technologie (met welke bril kijk je en wat is je identiteit).

Bij de sociologische studie naar technologie wordt er voor al gekeken naar de human kant van de technologie. Er wordt aandacht besteed aan het geen de technologie met de mensen doet, heeft de mobile telefoon onze cultuur veranderd? Zijn we nu meer of minder sociaal? Zijn we instaat om met hyves betere vriendschappen te sluiten? Hij vindt dat er iets weg gelaten wordt, namelijk de non-human kant. We moeten ook kijken naar de technologie en wat zij zelf doet. De technologie is overal in onze samenleving geïntegreerd en we kunnen er niet zonder. Daarom moet de sociologische studie over beide gaan, de Actor Network Theory is de theorie waarbij zowel de human als de non-human beide actoren zijn die via een netwerk met elkaar verbonden zijn. We moeten dus de complexe samenstelling van deze netwerken bestuderen en niet de simpele vraag stellen; hoe langdurig zijn vriendschappen via hyves? Het is niets zeggend want mensen die elkaar niet meer via hyves spreken kunnen elkaar wel via andere netwerken spreken, en juist deze complexiteit moeten we bestuderen. Voor hem is een netwerk niet allen iets wat met het www te maken heeft, alles om ons is een netwerk.

Als voorbeeld geeft hij het ontwerp van een vliegtuig: je kunt een vliegtuig niet ontwerpen en dan pas de wapens om die vervolgens opnieuw in te bouwen. Je moet alles bij het ontwerp al als geheel zien en brainstormen over de werking van het vliegtuig als geheel. Met andere woorden je kunt een webpagina niet maken zonder dat je weet hoe het geheel er uiteindelijk uit gaat zien. Bij het ontwikkelen van een technologie is er hetrogeneous engineering, waarin de mens ook deel van the system uit maakt.

We moeten als het ware af van het analyseren van de technologie als apart iets, of van wat wij ermee doen. We moeten ze als een geheel van een netwerk zien waarin ‘all that is solid melts in to air’ en Human and non-human entities intrinsiek aan elkaar verbonden zijn.

zondag 18 november 2007

Filmpje

http://jeroenkleijn.wordpress.com/

Locative Media

In hun tekst hebben Tuters en Varnelis het over Locative Media, dat een combinatie van Software en Fysieke omgeving is (TomTom?). Je bent als gebruiker met behulp van software instaat een plek anders te verkennen. Je bent niet alleen instaat om een plek anders te verkennen, maar ook om informatie te vinden over allerlei dingen. Locative Media kan voor iedereen toegankelijk zijn, sterker nog het is door amateurs bedacht: het kent eindeloze mogelijkheden en toepassingen. Het is dan ook best simpel: men neemt een ontvanger, bedenkt de software die een verbinding met een satelliet realiseert en een scenario of toepassing. Zoals zij Locative Media omschrijven doet het mij aan RFID technologie denken: ik moest meteen denken aan het jaagspel dat in New York, London en Amsterdam gespeeld werd: stel je eens voor dat je dat spel met onze RFID systeem speelt, de beleving zou dan heel anders zijn want dan wordt je echt opgejaagd.

Locative Media kent dan ook twee toepassingen die met bovengenoemd voorbeeld te maken hebben. Ten eerste het tagen van de wereld: dat wilt zeggen de fysieke wereld in een virtuele wereld tonen. Ten tweede de subject/object in de virtuele wereld tonen: dat wil zeggen dat je het ding (subject/object) in de virtuele wereld kan zien/volgen (Mcluhan?). Dus eigenlijk alles wat je met de TomTom kunt doen of met Google Maps een auto volgen: sterker nog de zoek tocht naar de verdwenen Amerikaan waarbij ze mensen vroegen om mee te zoeken.

Deze tekst had naar mijn mening wat eerder aanbod moeten komen. Ten eerste geeft het best wel veel ideeën. Ten tweede hadden wij er wat mee kunnen doen, het had het in ieder geval wat makkelijker gemaakt (daarmee bedoel ik een betere toepassing van onze visie). Ik denk dat wij er nu nog weinig mee kunnen, want we maken er in feite al gebruik van. Wel zouden wij (als het daadwerkelijk gemaakt werd) met behulp van de tekst uit kunnen breiden. Stel dat je als toerist allergisch bent voor gluten, olijfolie, gember of iets dergelijks. Je loopt dan met een ontvanger in Amsterdam die alle eet tenten voor je vindt waar al deze ingrediënten zijn vervangen: en je vervolgens verteld wat er allemaal op het menu staat, dat zou nou eens handig zijn. Dan blijft de vraag open wat het met je sociale leven in Amsterdam gaat doen: je zult minder vaak een praatje met iemand maken, die je dan de weg zou kunnen wijzen naar een restaurant.

Kortom leuke tekst met veel herhalingen, jammer dat het niet eerder aanbod is geweest.

maandag 12 november 2007

Opdracht

http://florisspronk.wordpress.com/

tekst

Flusser,

Tijdens het lezen van de eerste alinea’s van de tekst, vond ik dat het een overeenkomst had (daarna bevestigd) met Mcluhan en de extensie van de mens. In zijn Artikel heeft Flusser het over de rol veranderende rol van technologie. Eerst gebruikten we technologie om een doel te bereiken: het maken van een lampje in een fabriek. Tegenwoordig is de technologie in ons leven geïntegreerd, sterker nog we kunnen er niet meer zonder.

Technologie heeft een dusdanige rol dat het een maatschappij vormt: verdeeld de bevolking in klasse. Het verband met Castell (digitale devide) kun je duidelijk zien: voor Castell zorgt de toegang tot technologie voor een tweedeling van een maatschappij of de wereld: mensen in ontwikkelingslanden kunnen de opgelopen kennisachterstand moeilijk inhalen als ze geen toegang hebben tot bijv. de www. Voor Flusser heeft technologie een andere rol: namelijk het wereldbeeld (meaning) te veranderen. Hierbij kun je denken aan de rol van de camera (het vastleggen van emoties) bij the World Pres foto: waarbij je vaak traumatische gebeurtenissen, het heeft een informerende functie en misschien een ideologische boodschap. Tevens is dit een goed voorbeeld van de extensie van de mens: de camera (lens) is een verlengstuk van het oog van de fotograaf.

Daarnaast vindt Flusser dat er een verschuiving van de macht is: in het industriële tijdperk hadden de maker van hardware de macht en nu die van software. Dit heeft ook de rollen van technologie en gebruiker verandert: de technologie is steeds onafhankelijker van ons geworden, het stuurt en controleert zichzelf en in sommige gevallen kan het zijn fout herstellen (PLC).

Deze verschuiving heeft de mens veranderd: die nu alleen (wat ik nu doe) op toetsen druk om letters (symbolen) hier te krijgen. Misschien wel vreemd om te zeggen maar als je de ANT methode hierop zou toepassen zou je deze verschuiving goed kunnen zien (M$).

Lévi-Straus,

Waar gaat deze tekst nou over was het eerste wat ik me vroeg na het lezen van de eerste pagina’s. Gaat het echt over het toekennen van betekenissen in verschillende talen? Het ontleden van de zinnen? Chomsky of de W.Kreis? Naamgeving en begripsvorming worden in inheemse talen bepaald in functie van behoefte, wordt er geschreven: dat is mijn inziens logisch want de betekenis wordt bepaald door je cultureel repertoire.

De woorden abichuelas (DR) en frigoles (Spanje) hebben dezelfde betekenis in het Spaans, alleen worden ze door de cultuur anders gebruikt (1: bruine/witte bonen en 2: bonen als geheel). Wij kunnen inheemse talen als primitief ervaren omdat ze begrippen anders omschrijven als dat wij doen: voor begrippen die wij kennen hebben zij geen woorden voor, maar is dat dan omgekeerd niet zo? Ik zou me god niet weten hoe ik in de DR een kroket moet omschrijven: Una cosa crocante que se frita y se saca de el muro of iets dergelijks: ik heb er ook geen woorden voor en snap echt niet waar deze tekst over gaat en wat het met NM te maken heeft.

maandag 5 november 2007

Scenario's

http://florisspronk.wordpress.com/

http://jeroenkleijn.wordpress.com/

Omgevingen


De game Gradius is een echte gescripted omgeving: je kunt als gamer niets anders doen dan dat wat voorgeschreven is. De game is volledig linieer: je kunt de game alleen op één manier spelen en dus uitspelen.





De amazone is een gebied waar je vrijuit kunt bewegen en alles kunt doen wat je maar wilt. Er is geen script aan verbonden en de beperkingen die er kunnen optreden zijn wilde dieren en onkunde in de jungle.

Tekst

Tijdens het lezen van de teksten wil het mij op dat ze vergelijkbaar zijn met de teksten Remediation en Premediation van Bolter en Grusin. Vooral de dubbele logica van Remediation dat met immediacy en hypermediacy te maken heeft.

Chalmers, Seamful Design

Gaat over het ontwerp van systemen en objecten waarbij het gebruiksgemak voorop staat. Het ontwerp moet uitnodigend zijn en bij het gebruik niet in de weg staan: je moet je bezig kunnen houden met wat je doet en niet met wat je het doet (a good tool is an invisible tool). Componenten en systemen moeten zo geïntegreerd zijn dat het één geheel is. Dit artikel doet me denken aan immediacy en hypermediacy zoals Bolter en Grusin dat omschrijven: het idee dat een medium wel en niet aanwezig is zoals in VR en Minority Report. In Minority Report is het computer systeem volledig verdwenen: je ziet alleen wat je doet en niet met wat je het doet. Het systeem is onzichtbaar voor de gebruiker: het enige wat je ziet is de gezochte informatie in de lucht.

Future and Alternartive nows

Gaat over het anders gebruiken van alledaags op een manier, dat ongebruikelijk is. Zoals het voorbeeld dat we op het vorige college te zien kregen: het voeden van levende wezens aan Electro apparaten en het lichtspel op het plein. We moeten voor een object scenario’s bedenken die ongebruikelijk zijn: zo wordt er het voorbeeld gegeven van de teddy bear and bloodbag; een beer dat vlees eet. Tijdens het lezen moest ik aan een afstudeer project van iemand denken: het ging om een spel waarbij je seksuele stimulans kreeg. Dit is iets wat ik normaal niet van een game verwacht: volgens mij was het de bedoeling om mensen dichter tot elkaar te brengen. Zou dit niet een vorm van Premediation kunnen zijn? Iets nu bedenken wat absurd lijkt zodat het in de toekomst altijd een remediation is? Stel dat het echt waar wordt dat we door dieren offers elektriciteit opwekken, dan is het een remediation van dit scenario. Dus waar wij eigenlijk al de tijd mee bezig zijn geweest is dus met Premediation van de toekomst?